Van oerwoud naar beschaving
|
|||
Vroeger brachten stoom- en zielschepen de Grijze roodstaarten van Westafrika naar Europa. De 'zeilschipvogels' hadden verreweg de beste overlevingskansen, ondanks de langer durende reis. Zij waren beter af dan de vogels, die opgesloten waren in benauwde laadruimten van de stoomschepen. Daar kwam nog bij dat men aan het eind van de 19e eeuw in de veronderstelling was, dat de papegaaien tijdens de reis geen water nodig hadden. Verkeerd voedsel, het onderkomen in een enge, bedompte ruimte en de wisseling van het klimaat waren de oorzaak van een groot aantal sterfgevallen. Inmiddels worden de kromnavels binnen 20 - 30 uur naar Europa overgevlogen. Dit geeft geen problemen, maar in tegenstelling met vroeger is de aanschaf in de uitvoerlanden aanzienlijk moeilijker, omdat de aantallen beduidend geringer zijn geworden. Bij hun aankomst komen de papegaaien in vrijwel alle Europese landen in een wettelijk geregelde quarantaine. De vogels worden dan tijdelijk in een speciale quaraintaineruimte onder gebracht. In Nederland moeten zij daar gewoonlijk 30 dagen verblijven. In deze periode krijgen de ingevoerde papegaaien tetracyclines, antibiotica met een brede werking, vooral tegen de zogenaamde papegaaiziekte (psittacose of ornithose). |
Maak jouw eigen website met JouwWeb